E-bike is oplossing, maar ook probleem
Er worden in Nederland inmiddels meer e-bikes verkocht dan gewone fietsen. Wie had dat 20 jaar geleden (toen de e-bike nog gezien werd als een fiets voor “mensen met een gebrek”) durven voorspellen? Tegenwoordig zie je de mooiste designs, met geavanceerde technieken bijna onzichtbaar weggewerkt in glad vormgegeven frames. De hedendaagse e-bike is allang geen “zielige fiets” meer. E-bikes zijn hip en zelfs een statussymbool. De toekomst van de fiets is meer en meer elektrisch.
E-bike = fiets met hulpmotor
Hoewel elektrische trapondersteuning voor veel mensen een ideale oplossing is om hun fietscarrière met een paar jaar te verlengen, brengt iedere nieuwe oplossing ook nieuwe problemen met zich mee. Zo zijn e-bikes in aanschaf, onderhoud en reparatie flink duurder, ben je afhankelijk van stopcontacten op je route en moet je er rekening mee houden dat er storingen op kunnen treden, omdat de techniek nog best kwetsbaar is. En ze zijn aanzienlijk zwaarder en minder goed handelbaar.
We moeten niet vergeten dat de e-bike in het begin ontworpen is als een fiets met hulpmotor. Men is de e-bike echter als een luxe vorm van transport gaan zien en motoren worden intensiever gebruikt dan waar ze initieel voor bedoeld waren. De motor is nu zo ongeveer de primaire aandrijving en de pedalen zijn gereduceerd tot gaspedaal.
En een e-bike geeft je het gevoel dat je de hele wereld weer aan kunt, dus qua actieradius eist men steeds meer, met steeds groter en zwaarder wordende accu’s als gevolg. Er zijn zelfs e-bikes met twee ingebouwde accu’s! De e-bike verwijdert zichzelf steeds verder van het concept fiets. Zó ver zelfs dat de fietsindustrie het nodig vond om een nieuwe naam voor de gewone fiets te bedenken: bio-bike.
De meeste e-bikes zijn zónder ondersteuning totaal níet te berijden.
Ook mensen zónder een fysieke beperking maken zichzelf afhankelijk van de motor.
Afhankelijk van je dealer
Verder ben je veel meer afhankelijk van je dealer. Omdat er veel verschillende technieken van meerdere merken zijn, kun je met je e-bike niet zomaar bij iedere fietsenmaker terecht. Geen enkele fietsenmaker heeft de kennis en middelen van alle merken in huis. Met een Strömer moet je naar een Strömer-dealer, met een Flyer naar de Flyer-dealer, enzovoort.
Veel toeristen met een haperende e-bike reageren verbaasd, wanhopig en boos wanneer ik ze vertel dat ik de storing helaas niet op kan lossen, omdat ik voor hun techniek niets in huis heb.
“Ohjee! Nu is ons hele weekend verpest! Die Bosch-dealer zes kilometer verderop ga ik écht niet op eigen kracht redden, hoor! Kun jij niet even bellen dat ze me komen halen?”
Tsja, met je Toyota kun je ook niet bij de Audi-dealer terecht.
Duurzaamheid
Bekijken we het vanuit duurzaamheidsoogpunt, dan valt er nóg wel het één en ander op veel e-bikes aan te merken. Omwille van een mooi uiterlijk en een paar praktische redenen zijn de populairste e-bikes voorzien van geïntegreerde technieken van onder andere Yamaha, Panasonic, Shimano, Bafang en marktleider Bosch. De beperkende factor voor de levensduur van dit soort e-bikes is niet meer het mechanische rijwielgedeelte, maar de elektronica. Deze fietsen worden geboren als e-bike en gaan ook (helaas vaak veel te vroeg) dood als e-bike…
“Maar ach… het is oma’s laatste fiets. Die rijdt ze echt niet meer op. Wie dan leeft, wie dan zorgt. Toch?”
Dat is waar, maar die korte-termijn-gedachtegang ga ik liever niet in mee.
Vroeger ging opa’s Gazelle met gemak 40 jaar mee, nu nog maar 14…
Een duurzamer alternatief voor geïntegreerde middenmotoren zijn losse modules, zoals die van Pendix en Neodrives, die géén integraal onderdeel van de fiets zijn. Dit zijn nog echte hulpmotoren waarbij de fiets ook nog redelijk goed rijdbaar is zónder ondersteuning. In dit artikel leg ik uit waarom ik deze modules verkies boven geïntegreerde technieken.
Geïntegreerde technieken niet duurzaam
Heel mooi om te zien, al die in het frame geïntegreerde e-technieken, maar qua duurzaamheid zie ik nog teveel problemen. Zo voldoet geen enkele fabrikant van elektrische onderdelen voldoende aan de Europese “Right to Repair” richtlijnen.
Elektrische fietsen met geïntegreerde technieken zijn voor langdurig gebruik héél duur en dus al snel economisch total-loss. Eenmaal in gebruik, keldert de restwaarde waar je bij staat, want een eventuele nieuwe eigenaar weet dat er kosten aan zitten te komen.
Teveel e-bikes belanden vroegtijdig tussen de wasmachines en stofzuigers op de schroothoop, terwijl het mechanische gedeelte nog véle jaren mee had gekund en zelfs de originele banden nog niet versleten zijn. Heeft het nog wel zin om een hoogwaardige, robuuste (en dure!) e-bike te bouwen als de elektriek de levensduur beperkt tot pak ‘m beet 15 jaar?
De e-bike als wegwerpproduct… Ik heb daar moeite mee.
E-bike problemen
De voornaamste problemen met e-bikes op een rijtje:
- Kans op storingen.
- Te beperkte levensduur.
- Onderhoud en reparaties zijn duur.
- Snelle veroudering door snelle vernieuwing.
- Onderdelen tussen merken niet uitwisselbaar.
- Onzekere leverbaarheid van onderdelen a.g.v. snelle vernieuwing of faillissement van de fabrikant.
- Accu’s vormen een reëel brandgevaar.
- En daarom mogen accu’s niet mee in het vliegtuig, sommige treinen en busdiensten, zoals Flixbus.
- Als occasion bijna niks meer waard.
Storingsgevoelig
Hoe meer stekkers, draadjes, sensoren, knopjes en computers er aan je e-bike zitten, hoe groter de kans op storingen. Elektronica in weer en wind inzetten is gewoon nog niet zonder risico’s.
Het is de taak van de fabrikant om hun systemen zo ver mogelijk te vereenvoudigen en gevoelige contactpunten tot een minimum te beperken. De één lukt dat redelijk, de ander niet…
Ik ben hier heel kritisch op, omdat men mij vanaf de camping in Zuid-Frankrijk op zondagochtend wakker belt zodra de fiets het niet doet!
Korte levensduur
Accu’s hebben een gemiddelde levensduur van zo’n 5 á 6 jaar en zijn zeer prijzig. Dit geldt voor alle merken. Je moet de kosten voor vervanging of revisie van je accu met de onderhoudskosten van je e-bike meerekenen. En bij verkoop of inruil gedeeltelijk aftrekken van de restwaarde.
Geïntegreerde elektromotoren maken vaak gebruik van kunststof tandwielen en die gaan niet bijzonder lang mee. Afhankelijk van het merk en type, moet een beetje kilometervreter gedurende de levensduur van de fiets de motor meermaals laten reviseren of helemaal vervangen.
Onderdelen zijn duur en daarom worden e-bikes, vooral de goedkopere, te snel afgedankt.
Snelle veroudering
Fabrikanten, maar ook de verwende consument, zijn gek op vernieuwingen en de ontwikkelingen gaan op dit moment hard. Een kwalijk gevolg daarvan is dat oudere technieken na een paar jaar al niet meer leverbaar zijn en natuurlijk zijn ze bijna nooit compatibel met de nieuwere onderdelen.
Zo houdt Bosch hun onderdelen 10 jaar op voorraad en hebben ze nu al meerdere keren de passing van de motor in het frame aangepast.
Maar Bosch is de kwaadste niet, want andere fabrikanten van e-onderdelen doen geen betrouwbare toezeggingen over hoe lang hun onderdelen leverbaar zullen blijven of compatibel zijn met de nieuwste variant.
Op Facebook zijn er meerdere e-bike-reparatie-groepen waarin fietsenmakers, vaak tegen beter weten in, heel druk zijn met het zoeken naar en het uitwisselen van onderdelen om nog niet eens zo oude e-bikes rijdend te houden. Dit is vooral moeilijk bij fietsmerken die de techniek niet van een externe specialist als Bosch of Shimano betrekken, maar zelf-ontwikkelde technieken toepassen, zoals Gazelle (Innergy), Van Moof, Cowboy, Batavus, Sparta en Koga (Ion).
Het lijkt de oldtimerwereld wel, alleen zijn het geen 45+ jaar oude auto’s en motorfietsen waar zeldzame onderdelen voor gezocht worden, maar slechts 15 jaar jonge elektrische fietsen…
Onzekere leverbaarheid
E-bikes worden niet alleen vroegtijdig afgedankt als gevolg van vernieuwing, het is helaas ook niet ongebruikelijk dat fabrikanten van e-systemen failliet gaan of zèlf de stekker uit het bedrijf trekken. Denk bijvoorbeeld aan VanMoof, BionX of GO-SwissDrive. En omdat onderdelen van andere merken niet compatibel zijn, heb je gewoon dikke pech.
Fabrikant weg? Fiets waardeloos! Er belanden enorm veel jonge e-bikes op de schroothoop die met technieken van verdwenen merken zijn uitgerust.
Modulaire technieken bieden meer opties
Een e-bike met een defecte, geïntegreerde motor is op geen enkele manier nog bruikbaar. Als de betreffende techniek niet meer leverbaar is, fungeert de e-bike hooguit nog als onderdelendonor. Om een e-bike aan de nieuwste technieken aan te passen, kun je wel vanalles ombouwen, tot een nieuw frame aan toe, maar uiteindelijk is het toch de portemonnee die bepaalt of een fiets wel of niet door mag leven.
Het is beter wanneer de motor en de accu géén integraal onderdeel van de fiets zijn, want dan kun je er altijd weer een gewone fiets van maken! Dit is het geval bij de elektrische modules van Pendix en Neodrives.
De Pendix is een middenmotor die te combineren is met de duurzame Rohloff-naaf en de Neodrives is een achterwielmotor voor fietsen met een Pinion-versnellingsbak. Beide systemen zijn achteraf in te bouwen, maar ook weer uit te bouwen als dat ooit nodig is.
Voordelen van modulair
- In te bouwen wanneer jij wilt.
- Uit te bouwen wanneer nodig.
- De motoren gaan veel langer mee, omdat er geen slijtende onderdelen in zitten.
- De fiets blijft altijd bruikbaar als gewone fiets.
- De fiets behoudt altijd zijn waarde als gewone fiets.
- Je bent vrijer in de keuze van het soort fiets.
Nadelen van modulair
- Minder mooi om te zien.
- De externe accu zit een lage instap in de weg.
- De externe accu beperkt de ruimte voor bidons.
- De ruimte in de framedriehoek moet toereikend zijn voor de accu. Bij kleinere damesframes past het niet altijd.
Direct drive motoren
Bij Pendix en Neodrives zijn de motoren van het “direct-drive” type. Dit betekent dat de motor zonder tussenkomst van tandwielen de krachten direct op de as uitoefent.
De voordelen hiervan zijn:
- Geen slijtende delen in de motor.
- De motor is nagenoeg onderhoudsvrij.
- Geen trillingen en zoemende geluiden.
- Nauwelijks tot geen interne weerstand, zodat de fiets ook zonder ondersteuning nog te berijden is.
Een goede direct-drive motor gaat in principe een fietsleven mee. Van de Pendix weten we dat ‘ie meer dan 100.000 km mee gaat, zónder onderhoud!
En mocht de motor tóch ooit kapot gaan of je wilt ‘m meeverhuizen naar een nieuwe fiets, dan kan ik hem weer voor je demonteren en de fiets bruikbaar maken als een gewone fiets. Bij de Neodrives achterwielmotor heb je in het ergste geval een nieuw achterwiel nodig.
Externe accu’s
Zowel de Pendix als de Neodrives hebben een externe accu die je op de nokken van de bidonhouder schroeft. Dit betekent wel dat bij een damesfiets een lage instap niet of nauwelijks te realiseren is.
Naast de externe accu biedt Neodrives ook een accu die in de onderbuis geïntegreerd wordt, zodat de fietsfabrikant wél een lage instap kan realiseren. Maar dit wijkt helaas weer af van het modulaire concept…
Geen display, minder gedoe
Het is vaak het display op het stuur dat voor storingen zorgt. Is het niet de software, dan zijn het wel de contactpunten en de stekkertjes die door water, vuil en pekel dienst weigeren.
Pendix en Neodrives hebben allebei geen display, maar laten via bluetooth en een eigen app je telefoon als display fungeren. Maar dit hóeft niet. Je kunt er gelukkig ook zonder telefoon mee rijden.
Neodrives heeft heel veel gedoe gehad met haperende display’s en ik heb het toen bewust een jaar lang niet verkocht. Pas toen ze goed de kunst hadden afgekeken bij de display-loze Pendix werd het Neodrives-systeem véél betrouwbaarder en gebruiksvriendelijker.
Hoe zit het met de E-bikes van Santos?
Op de Santossen met Rohloff-versnellingen is de Pendix eDrive middenmotor als optie te bestellen of achteraf in te bouwen en Santossen met Pinion-versnellingen kunnen worden uitgerust met de Neodrives achterwielmotor. Beide systemen vind ik heel goed bij een duurzaam merk als Santos passen en ik heb hier gewoon veel goede ervaringen mee! Met bijna alleen maar tevreden klanten als gevolg en daar doe ik het voor.
Santos – Built for Life
Dit is de slogan van Santos en met de modulaire technieken van Neodrives en Pendix klopt dit ook. Echter, zoals hierboven is uitgelegd, zijn veel elektrische systemen nog onvoldoende “built for life” en ik kijk dan ook kritisch afwachtend naar een nieuwe ontwikkeling, namelijk de komst van de Santos Travelmaster-E-Bosch.
Travelmaster-E-Neo
Omdat er veel behoefte was aan een elektrische reisfiets met een lage instap, ontwikkelde Santos de Travelmaster-E-Neo met een in het frame geïntegreerde accu.
Deze fiets is helaas niet 100% modulair meer, maar omdat accu’s te reviseren zijn en de motor van het duurzame “direct-drive” soort is, heb ik wel vertrouwen in een lange levensduur van deze elektrische Santos. Mits het bedrijf Neodrives lang genoeg blijft bestaan…
De Travelmaster-E-Neo staat als testfiets in de winkel voor je klaar om uit te proberen.
Travelmaster-E-Bosch
De Travelmaster-E-Bosch daarentegen, heb ik nog niet in de winkel staan.
De Bosch-motor ligt qua duurzaamheid (nog?) niet in lijn met de bijna-niet-kapot-te-krijgen Rohloff-naaf. Als de motor niets meer doet, is ook een robuuste Santos Travelmaster-E-Bosch niet meer te berijden.
De levensduur van de Travelmaster-E-Bosch wordt bepaald door de leverbaarheid van de Bosch Performance CX motor (of een passende opvolger/concurrent) en dat is tot 2034. Ik zou graag garanderen dat een degelijke Santos van om en nabij de €10.000,- met gemak dertig jaar mee gaat, maar dat kan ik helaas nog niet.
Zolang er nog geen alternatieve technieken van andere merken beschikbaar zijn, laat ik de Travelmaster-E-Bosch nog even buiten het assortiment.
Maar… Santos is niet gek
Santos heeft héél lang gewacht met het implementeren van de Bosch-techniek. Ze hebben de kat uit de boom gekeken en nu voor zichzelf geoordeeld dat het moment en de kwaliteit goed zijn.
Santos beargumenteert de keuze voor Bosch met de volgende punten:
- Van alle geïntegreerde middenmotoren is de Bosch Performance CX motor momenteel de duurzaamste en betrouwbaarste.
- De tandwielen in de Performance motor zijn niet van kunststof maar van staal (die je wel continu hoort zoemen).
- Bosch heeft als marktleider het meest uitgebreide servicenetwerk van Europa. Je kunt bij duizenden fietsenmakers terecht.
- Bosch durft als enige toezeggingen te doen over de toekomstige leverbaarheid. Andere fabrikanten zeggen daar niets over.
- Bosch is de meest geprofessionaliseerde toeleverancier, o.a. qua aftersales, onderdelenleveranties en technische trainingen.
- Santos denkt na over adapters om compatibiliteitsproblemen (leuk woord voor Het Nationaal Dictee) in de toekomst te voorkomen, maar kan daar nu nog niet veel concreets mee, juist omdat niemand weet wát er gaat komen.
- Santos heeft al wel de geïntegreerde accu op een rails gemonteerd, wat montage van accu’s met een afwijkende passing in de toekomst mogelijk maakt.
- Leveranciers van E-bike-techniek kunnen failliet gaan of zelf stoppen, maar bij een industrie-reus als Bosch is die kans nihil.
redding van Pendix?
Nu wil ik dus niet bij voorbaat alle e-bikes met geïntegreerde technieken afserveren, want er zijn zeker wel goede ontwikkelingen gaande.
Pendix is bezig met het ontwikkelen van een geïntegreerde middenmotor, waarbij ze de nadruk leggen op duurzaamheid en repareerbaarheid.
Het mooie is dat ze gebruik maken van de passing van Bosch. Als deze motor echt goed blijkt te zijn, heb ik goede hoop voor de Santos Travelmaster-E-Bosch. Ik houd de ontwikkelingen in de gaten!
Wat doet Pinion?
Pinion, de fabrikant van duurzame versnellingsbakken, heeft inmiddels ook een middenmotor voor e-bikes. Een interessante combinatie van een versnellingsbak met een elektromotor. Ze hebben echter een cruciale fout gemaakt door de passing anders te maken dan die van hun bestaande versnellingsbakken.
Pinion-fietsen kunnen hiermee dus niet achteraf elektrisch gemaakt worden en andersom. En de fietsfabrikanten moeten weer compleet nieuwe frames ontwikkelen rond de Pinion-motor, die helaas ook géén alternatief is voor de Bosch-motor is. Een gemiste kans…
Santos gaat vooralsnog geen fietsen rond deze motor-versnellingsbak-combinatie ontwikkelen.
Santossen met GO-SwissDrive achterwielmotor
Tot slot nog iets leuks m.b.t. de wat oudere Santos e-bikes die nog uitgerust zijn met een module van GO-SwissDrive. Hier een voorbeeld van hoe goed een probleem met een e-bike met modulaire techniek kan uitpakken.
Het moederbedrijf van GO-SwissDrive heeft een paar jaar geleden heel plotseling zelf de stekker eruit getrokken en Santos was ineens genoodzaakt om over te stappen op Neodrives. Omdat deze fietsen modulair gebouwd waren, kon dat gelukkig gemakkelijk.
Onderdelen van GO-Swiss waren nog eventjes leverbaar, maar nu is het echt op. Zolang de GO-Swiss-module het doet , kun je van je Santos Travel Lite+ GS blijven genieten, maar zodra de elektronica kuren begint te vertonen, moet je overstappen naar Neodrives of er een gewone fiets van maken door er een gewoon achterwiel in te zetten en de bedrading en de accu eraf te trekken.
Travel Lite+ GS Zonder motor bruikbaar én meer waard!
En nu komt het mooie: de Santos Travel Lite+ GS is zónder motor méér waard dan mét. Ik heb dit zelf ervaren met de fiets van mijn partner. Haar Travel Lite+ GS met GO-SwissDrive was als een gebruikte e-bike slechts €2.750,- waard, maar nadat de elektronica kapot ging en ik ‘m met een nieuw achterwiel ombouwde naar een gewone fiets, kon ik ‘m weer verkopen voor €4.000,-!
Ze heeft dus een paar jaar heerlijk elektrisch kunnen rijden, heeft daar vervolgens geld op toe gekregen en haar fiets maakt nu een wereldreis onder de billen van een jonge avonturier!
Eigenlijk zou je alle Santossen met GO-SwissDrive van Marktplaats op moeten kopen en een handeltje beginnen in gebruikte Santos Travel Lites!